Badritueel

 

Op de plank, die over het bad is geplaatst, staan ze weer, de tien flessen, keurig op een rij, met de voorkant naar haar gericht. Die ene fles, de enige niet shampoofles, die zwarte bidon, staat achter de rij. Het ritueel is begonnen. Eén fles wordt gevuld met badwater tot er geen bubbeltjes meer naar boven komen, daarna gaat de fles over de andere flessen, meestal van links naar rechts, om het water te verdelen, tot de fles leeg is. Dan wordt de volgende fles gepakt, ondergedompeld en gaat haar arm weer over de flessen om de inhoud te verdelen over de overige flessen. Fles drie wordt gepakt, gevuld en geleegd, en fles vier, en fles vijf en fles zes…. Het gaat maar door, steeds opnieuw. De flessen zijn al snel vol, behalve die ene die net leeggeschonken is. Deze wordt in een volgende ronde als eerste weer gevuld, deels tenminste. De rest van het water wordt verdeeld over flessen die al vol zijn, die overlopen tijdens het vullen en een mooie bolling van water vertonen op de flessenhals.
Intussen wordt er wat gepraat, Irene met Irene. De komende dag wordt doorgenomen, of het eten van gisteren, of de hond die zomaar gemeen blafte krijgt alsnog zijn verdiende loon; een scheldkanonnade van Irene. Soms ook is er een serene stilte, wat licht gespetter van water, een kuchje. Vrijwel altijd is er echter de muziek die in de badkamer klinkt, Mercedes Sosa, Christina Branco, Leonard Cohen, Bassie en Adriaan, Herman van Veen. Irene’s muziekkeuze is breed, zij consumeert alles met graagte en alles vindt voor altijd zijn weg naar haar geheugen, net als geuren.

Haar leven lang is het bad de plek geweest waar ze tot zichzelf komt. Ook nu nog is het bad een rustgevende plek voor haar, ze zou er in kunnen zitten tot haar vel rimpelig als van een rozijn is geworden. Dan, als alle flessen al een flink aantal keren leeg en weer vol zijn geweest, komt het slotritueel, de biertjes, die chocomel blijken te zijn, moeten worden gemaakt. Dit ritueel wordt gestart als ze nu toch eindelijk eens een keertje uit bad zal moeten. “Mam, ik ga 4 pilsjes voor je maken”. Dit is voor mij, haar moeder toch een beetje te veel op de vroege ochtend. “Kan ik ook pilsjes zonder alcohol van je krijgen?” “Tuuuurlijk”. In bad is het humeur altijd goed, natuurlijk kan ik alcoholvrije pilsjes krijgen. U vraagt, wij draaien. Na maanden alcoholvrije pilsjes, bestaande uit badwater uit shampooflessen te hebben “genuttigd”, ben ik toe aan iets anders. “Heb je chocomel voor me?” “Tuuurlijk”. Natuurlijk heeft ze dat.
De schenkprocedure verandert iets in deze eindfase van het baden, het is er nu op gericht dat er uiteindelijk 5 flessen tot de rand gevuld zijn. Ze roept me als ze klaar zijn, “mam, je pilsjes zijn klaar” “Pilsjes???” “Ja, deze pilsjes zijn chocomel” “Is goed, als er maar geen alcohol in zit”.
Ik krijg een eerste fles. “waar komt deze vandaan?” “van de Wageningse Berg” Nou, die smaakt wel. De volgende uit Otterlo, de Sterrenberg, smaakt zo mogelijk nog beter. Vervolgens worden me chocomelpilsjes aangeboden uit Nol in ’t bos en uit Campman. Alles smaakt natuurlijk prima, maar niets kan tippen aan de chocomel van Vlietzicht. Alleen het eraan denken tovert al een glimlach tevoorschijn op haar gezicht.

Dit badritueel, hoe is het begonnen? We weten het niet meer zo goed. Het eerste moment, het moment waarop het spelletje begon, zal niet op haar initiatief zijn geweest. Fantasie is haar vreemd, maar het spelletje een beetje meespelen vindt ze soms wel leuk. Toen dit ritueel zich meer en meer onlosmakelijk koppelde aan het baden, waren ook de pilsjes niet meer weg te krijgen. Er mocht wel chocomel in de flessen, maar het blijven wel pilsjes.