Prikkelverwerking

 

Ooit gaf ik namens de NVA (Nederlands Vereniging voor Autisme) voor een kleine groep van vrijwilligers voorlichting te geven over autisme. Hieronder daaruit het e.e.a. over prikkelverwerking.

 

ZINTUIGEN

Dus de kern van de stoornis ligt in de problemen die er zijn met de verwerking van de prikkels die via de zintuigen binnenkomen. Een kind met autisme kan zowel over- als ondergevoelig zijn in de waarneming  met zijn zintuigen, dat is per kind verschillend en het is belangrijk om dat van een kind te weten.

 

Zien

Een kind kan overgevoelig zijn op dit punt, zodat binnenkomende prikkels hem overweldigen. Veel bewegende mensen in een ruimte, veel puzzelstukjes op een tafel, veel nadruk op oogcontact, dit alles kan een autist erg overprikkelen.

We kennen vast allemaal wel het beeld van de autist die met gebogen hoofd langs de kant staat of in een hoekje staat en zich probeert af te sluiten van deze prikkels.

Alle prikkels komen binnen, hij kan zich er moeilijk van afsluiten, en het is ook onmogelijk om overal op te reageren.

Het is in feite dan ook een heel goede oplossing van een autist om geen of weinig oogcontact te maken tijdens een gesprek, hij laat zich niet afleiden door de ogen, de mimiek, de bril, de pukkel op de kin, de knipperde ogen van zijn gesprekspartner. Hierdoor kan hij zich beter richten op datgene wat gezegd wordt.

 

Het is erg onverstandig om oogcontact af te dwingen. Het maakt alleen maar dat je je boodschap minder goed over kunt brengen omdat het kind zich er minder goed op van concentreren en het zou dan ten onrechte het verwijt kunnen krijgen niet te willen luisteren.

Zelf bewust minder oogcontact zoeken of naast het kind gaan zitten tijdens een gesprek kan het kind meer ruimte geven voor de eigen gedachten.

Ook kan het goed zijn om papier te gebruiken om een boodschap over te brengen.

 

Ook kan iemand ondergevoelig zijn op dit punt. Vaak zie je dan een wegdwalende blik, gericht op

niets in het bijzonder. Misschien is dit kind dan weer juist heel erg gericht op geluiden.

 

Horen

Overgevoeligheid voor geluid komt veel voor bij mensen met autisme.

Mensen zonder deze overgevoeligheid zijn in staat om zich af te sluiten voor een heleboel geluiden en dan toch dat geluid van een huilende baby te horen of dat ene vogeltje. Wanneer je overgevoelig bent lukt dat niet, alle geluiden komen binnen met een zelfde intensiteit, je wordt dan als het ware bedolven onder een vloed van geluiden en hoort niet meer de afzonderlijke dingen.

Misschien hebben jullie wel eens opgemerkt hoe geluidsopnames van een feest zijn, alle geroezemoes, alle stemgeluiden, geluiden  van schuivende stoelen, muziek, komen daar met een zelfde geluidsniveau binnen. Hier kun je het mee vergelijken.

 

Geluid kan ook letterlijk pijn doen aan de oren, brommergeluid, harde muziek, een boor, noem maar op.

Het kind met autisme lost dit probleem soms op door zelf geluiden te maken, die dan de andere geluiden wat kunnen onderdrukken, of door zich heel erg op zijn eigen preoccupaties te storten, zich afsluitend voor alles en iedereen.

 

Ruiken

Ook op dit gebied kan het kind met autisme overgevoelig zijn, soms zo, dat hij weigert bepaalde ruimte binnen te gaan waar hij ooit slechte ervaringen had op dit gebied. Of kan hij nadrukkelijk uit de buurt blijven van iemand met een sterk of in zijn beleving onaangenaam parfum.

 

Smaak

Ook op dit gebied hebben mensen met autisme meer kans op overgevoeligheid dan mensen zonder autisme. Vooral in de jonge kinderjaren kan dit grote problemen geven op het gebied van leren eten, kauwen. Overgangen van borstvoeding naar de fles, van pap naar vast voedsel kunnen moeilijke periodes zijn.

Dit heeft overigens ook te maken met tactiele overgevoeligheid, dit maakt dat de mondholte gepaalde aanrakingen amper kan verdragen. Tandenpoetsen kan een regelrecht drama zijn.

 

Tast

Veel van deze kinderen houden alleen van aanraken als ze er zelf om vragen. Als de aanraking of knuffel van de ander uitgaat is er vaak weerstand. Vooral als een aanraking onverwacht is, is dit voor mensen met een tactiele overgevoeligheid heel bedreigend.

Het is goed om vanuit de thuissituatie te horen hoe dit bij hun kind is. Meestal hebben ouder wel een weg gevonden in dit lichamelijke contact.

Het kan bijvoorbeeld zijn dat:

  • Stevig aanraken beter wordt verdragen dan heel licht aanraken.
  • Dat er een afspraak is over het aanraken, bijv. even in de hand knijpen of alleen na eerst even te hebben gevraagd.

 

 

 

 

Prikkelverwerking