1996

 

We gaan met Ron in de auto naar de Rolantino's, Irene’s orkest in Schiedam. Zo relaxed als hij de vorige keer was toen hij meereed, zo gespannen is hij nu. Hij denkt zeker te weten dat Irene die heel speciale steen van hem heeft gevonden in de klas, een paar jaar geleden, en dat ze die toen meenam naar haar logeerhuis en dat ze die steen best een keer voor hem mee kan nemen. Hij wil tot in detail uitleggen hoe een metaaldetector werkt, welke websites interessant zijn, welke stenen hij heeft en waar die zijn gevonden, enz, enz.

Irene zit er wat versuft bij, hier kan ze niets mee en wie wel? Is het geen wonder dat ze 's avonds moe is? Ron is niet de enige in haar omgeving die toch wel erg speciaal is, wat te denken van Martin? Beide jongens zijn bus-genoten van Irene. Elke ochtend  en bijna elke middag zijn ze in elkaars nabijheid op weg naar school en terug naar huis. Ik ben na één ritje al moe van Ron.

Op de terugweg is Ron nog meer gespannen. Hij heeft een heel sterk "nee-gevoel" om met Bob’s woorden te spreken. Op dat spannende internet, hij heeft het net allemaal een beetje ontdekt, op dat spannende internet dus, hebben de Rolantino's een eigen website, met prachtige foto's; van de groep, van de begeleiders en van alle leden afzonderlijk!

Maar die arme Ron, hij ontploft bijna, hij heeft een tak in zijn hand en slaat er mee slaat in het rond. In de gang wachten op Irene is teveel gevraagd, hij loopt op de stoep te briesen. Arme Ron, toen de foto's werden gemaakt was hij in het pret-logeerhuis, zoals hij het noemt. Hij moet nu zeker een jaar wachten eer ook hij op dat prachtige internet te zien zal zijn. De tak mag niet mee in de auto, gelukkig accepteert hij dat. In zijn huidige stemming lijkt me dat geen goede zaak.

Irene is zo mogelijk nog stiller dan op de heenweg. Ze mag lekker naast me zitten en ik zeg zachtjes tegen haar dat ik blij ben dat zij niet zo boos is en geef haar een kus. We begrijpen elkaar en laten Ron even uitrazen.

Maar ook Irene heeft zo haar "nee-gevoel" vandaag. Wij zijn, naar haar zin, niet duidelijk genoeg over het programma van morgen. We willen wel naar de dierentuin, maar dan alleen als het niet al te erg gaat regenen. Maar dat is nou juist wat we niet met zekerheid kunnen zeggen. We beloven dat we het zullen gaan beslissen als we de weerman hebben gehoord. Gespannen zit Irene naar het journaal te kijken. In afwachting van de weerman ziet ze beelden van een grote overstroming. Oh, oh, zegt ze bloedserieus, de kraan vergeten dicht te draaien!! De weerman vertelt dat we in de ochtend geen regen zullen krijgen, dus we gaan naar de dierentuin. En we zullen de kraan dichtdraaien. Irene kan met een gerust hart gaan slapen.