Blue Mountains en Hunter Valley

24 - 31 augustus 2003

 We maakten deze reis in een bijzonder jaar, namelijk het jaar waarin mijn vader en moeder overleden. Wat zouden ze met ons mee hebben geleefd! We dachten dat we niks hadden opgeschreven tijdens deze reis, maar gelukkig vond ik toch het schrift met aantekeningen die we hadden gemaakt. Toch zouden we nu, zoveel jaren later, nog ver zijn gekomen met onze herinneringen want van alle reizen die wij maakten staat deze reis het best in ons geheugen gegrift. Jan kon in dit jaar 2003, 3 maanden sabbatical opnemen en voor mij gold dat ik mijn spaarverlof kon gebruiken om tussen de zomer- en de herfstvakantie vrij te zijn. 
Omdat dit voor ons a once in a lifetime reis is, gunden we ons een businessclass vlucht. Wat een feest was dat! Tijdens onze tussenstap in Kuala Lumpur konden we heerlijk even douchen en eten voor we verder reisden naar Sydney waar Jan eerst nog het IFA congres zou bezoeken. 
We arriveerden in de ochtend op het vliegveld van Sydney, na 2 nachten in de lucht, 1 lange en 1 korte en daartussen een stop van 6 uur in Kuala Lumpur. Met de huurauto, een Mitsubishi Magna, gingen we voorafgaand aan het congres eerst nog een dag of 5 de Blue Mountains en de Hunter Valley verkennen. Jan reed, zoals gewoonlijk. Ik reed nog nooit links en dan zeggen : als ik alleen was zou ik het wel doe, stoer hoor, maar of het waar is........? De stad in stonden er lange files, maar in onze richting gelukkig niet. De voorsteden van Sydney liggen nog ver landinwaarts. Sydney en voorsteden hebben eenzelfde oppervlakte als de provincie Utrecht.
Voor deze reis hadden we vooraf de huurauto's in Australië en Nieuw Zeeland geregeld, evenals de eerste overnachting in Auckland en de afsluitende 5 dagen op het Fiji eiland Malola. Alle andere overnachtingen moesten we dus ter plekke regelen. Zo ook onze eerste overnachting in Australië. In Glenbrook gingen we naar een tourist information en daar kregen we adressen van verschillende accommodaties, o.a.  in Leura.  Leura ligt zo'n 100 km ten westen van Sydney aan de Western Highway. Net als Ktoomba ligt Leura niet ver van de langgerekte kliffen die wel zo'n 40 km lang zijn en grotendeels van oost naar west liep. De B&B, White Gables, had een mooie zitkamer met een heerlijke haard. Die haard was nodig! Wat was het er koud, daar waren we niet echt op voorbereid. Op het bed lag een elektrische deken! In de badkamer was geen verwarming, dit was even bikkelen, maar de eigenaars deden erg hun best het ons naar de zin te maken, hoewel ze zich niet voor konden stellen dat wij onze eitjes graag langer dan 2 minuten gekookt wilden hebben. Wij logeerden hier 2 dagen en verkenden de Blue Mountains. De dichte eucalyptusbossen geven de lucht een blauwe gloed, vandaar dat deze bergen "de Blauwe Bergen" heten. Het uitzicht over deze Australische bergen met zijn inheemse dieren, diepe ravijnen, watervallen en onontgonnen struikgewas is adembenemend. Deze enorme "wildernis" behoort tot het werelderfgoed van UNESCO. Meer dan 92 verschillende soorten eucalyptus bomen zijn vertegenwoordigd in Blue Mountains National Park. Een belangrijke rotsformatie is te zien bij Echo Point. Volgens overleveringen van de Aboriginals zijn hier drie zussen (Meehni, Wimlah en Gunnedoo) versteend. De drie uitstekende rotspunten worden dan ook: The Three Sisters genoemd.
We zagen daar ook de zwarte kaketoe. Op een van deze dagen dronken wij koffie in een restaurant, Hydro Majestic, met mooie art deco en een prachtig uitzicht, maar helaas ook uitzicht op zwartgeblakerde bomen. Dit restaurant was bijna in vlammen opgegaan bij een gigantische bosbrand van het seizoen ervoor.

Daarna vertrokken we richting de Hunter Valley. We reden weer over de Western Highway richting Sydney om bij Penrith naar het noorden te gaan. Onderweg kwamen we langs locaties van de Olympische Spelen. Verderop langs the Putty road, a scenic road, zouden we misschien wel kangoeroes zien. We zagen inderdaad kangoeroes, maar dat waren dode exemplaren langs de kant van de weg. Er waren veel overblijfselen van bosbranden te zien, dreiging van bosbranden is hier vaak actueel, een angstig idee. De bebouwing was was meestal lelijk, veel stacaravan-achtige bouwsels, soms wat meer, maar ook dan lelijk met vaak met golfplaten als dakbedekking. Uiteindelijk kwamen we in de eerste wijngebieden van de Hunter Valley.  Alles werd in een zeer korte tijd geheel anders. Mooie gebouwen, uitgestrekte, mooi verzorgde wijnbouwvelden, lux ogende ressorts. We lunchten in het restaurant van the Hunter Valley Lodges, informeerden naar onderdak, maar nee meneer, niet mogelijk, fully booked. Toch is het een raar gebied, er zijn maar nauwelijks gewone woonhuizen te zien, geen dorpskernen. Na veel gezoek vonden we eindelijk onderdak  in de plaats Pokolbin bij Ches Vous Villas, in een studio. Hier zouden tegen schemer kangoeroes te spotten zijn. We hebben uren daar met onze verrekijker en filmcamera gewacht. Uiteindelijk zagen we heel in de verte dieren die wel  zouden kunnen zijn, maar pas na sterk inzoomen wisten we dat zeker. Onze volgende overnachting was in Pokolbin's Cam-Way Cottages. Vlak bij onze Chez Vous Villas en vooral ook vlak bij het restaurant waar we de dag ervoor hadden gegeten. De dag erna gingen we naar het noorden, dit was vooral een mijnbouwgebied. 's Avonds aten we in Roberts restaurant, een toprestaurant werd gezegd, het was inderdaad prima, maar men was erg casual gekleed. We konden er lopende naar toe, maar wel met de hulp van een geleende zaklantaarn. Wat een sterren. De volgende nacht bleek ik dat ik een blaasontsteking had. Balen was dat, ik herken de symptomen zonder meer en dacht dus even langs een huisartsenpost te kunnen gaan om medicijnen te regelen. Helaas, zo werkt dat niet in Australië, na echt heel lang wachten bij de huisarts werd ik doorverwezen naar een ziekenhuis. Hier werd een uitgebreide intake gedaan, het hemd werd van mijn lijf gevraagd en toen eindelijk mijn urine kon worden onderzocht werd mijn zeker weten van een blaasontsteking bevestigd. We waren toen bijna een dag verder! Juist op deze dag moesten we op weg naar Sydney, want het congres zou starten.

 

Sydney

 31 augustus tot 5 september

Na de auto ingeleverd te hebben waren we toch nog op tijd in het hotel en kon Jan zich gaan inschrijven.
Jan bezocht het congres, ik ging op stap om de stad te verkennen. Er bleef ook wel tijd over om samen op stap te gaan. Meteen de eerste dag gingen we met de Ferry vanaf Circular Quay naar Manley. Dit was een schitterende tocht met mooi zicht op the Opera House vanaf het water. Jan had erover verteld, hij had dit in 1998 ook gedaan. Het was mooi weer. Al met al een heel ontspannen dag.
We spraken tijdens de openingsreceptie van het congres met een oud collega van Jan, die vertelde een broer in N.Z. te hebben wonen op het noorden van het Zuidereiland. Alleen zwierf ik door de stad, bekeek musea, zwierf door de wijk the Rocks. Ook had ik gedacht de Sydney Harbourview Bridge te beklimmen. Dit was echter zo schrikbarend duur dat ik daarvan af zag.  Ik zag prachtige parken met mooie ficusbomen, yuccas, ibissen. Ik was o.a. in het Australian Museum
 Hier was een afdeling waar men tracht inzicht te geven in de cultuur van de Aboriginals. Wat toch ontzettend jammer dat er rond 1800 blijkbaar totaal onbegrip was voor het anders zijn van deze groep oorspronkelijke bewoners. vooral het wegnemen van kinderen bij hun ouders is schokkend. Door het niet opgroeien van kinderen in de eigen omgeving stagneerde ook het voortbestaan van de eigen cultuur doordat juist de mondelinge overdracht van ouder op kond daarvan de essentie was. Zij hadden toen geen geschreven taal. Hun religie was gebaseerd op "dreamings", verhalen die van ouder op kind werden overgedragen en een spiritueel, opvoedende karakter hebben. En het is meer dan dat, hun hele samenleving spoelt op deze dreamings, het laat zien wat goed en slecht is, geeft leefregels, regels over het omgaan met de natuur. Zij waren in staat om in de droge gebieden te overleven omdat ze precies wisten waar ondergrondse rivieren waren, hadden systemen, een soort reservoir, om water te bewaren. In het sociale programma van het congres bezochten we een operavoorstelling in the Sydney Opera House, de Parelvissers. Samen maakten we een boottocht op een ferry over de Parramatta River. We waren ook op 2 september in Sydney! Slik, dat was toch wel even een erg naar gevoel, Irene jarig en wij aan de andere kant van de wereld! Foto's die Jacques stuurde lieten echter een Irene zien met Frouke, Greet, Jacques en Anneke om zich heen in de Kopermolen. Ze zag er erg echt jarig uit, ondanks onze afwezigheid.
We hebben Sydney ervaren als een prachtige, heel leefbare stad. Waar ik ook in mijn eentje prima kon rondkijken zonder me onveilig te voelen.