Queenstown, 3 en 4 oktober
Op de trouwdag van Pa en Ma vertrokken we uit Te Anau richting Queenstown. Het eerste deel van de reis konden we niet anders rijden dan eerst weer over de 94 richting Lumsden, bij Mossburn vervolgens over een ongenummerde weg naar Highway 6. Op deze Highway gingen we recht naar het noorden. Het weer was slecht was echt slecht; regen en kou. Er waren hoge bergen met pieken van over de 2000 m, maar waar? Niets van te zien! Het landschap verraadde wel hun aanwezigheid. In Queenstown logeerden we in the Rydges Hotel gelegen aan het meer, Lake Wakatipu. Vanuit de kamer keken we uit over het meer en de bergen erachter! Men was een beetje verstrooid met ons bezig toen we aankwamen. Later bleek waarom, the Warriors kwamen ook overnachten. Vanwege het weer konden ze niet met het vliegtuig vertrekken. Bomen van kerels waren het. We waren net op onze kamer toen er een oefen-alarm. Op blote voeten en ondergoed stonden deze stoere kerels buiten te kleumen. Was dit echt toeval, deze oefening?
Het werd zowaar droog, zodat we de stad konden gaan verkennen. 's Avonds hebben we gegeten in een visrestaurant.
's Nachts was er een heldere sterrenhemel en, echt waar, 's ochtends een volledig zicht over het meer met de hoge besneeuwde bergen erachter. Ik ging daar even naar de kapper geweest, was in 8 weken niet geweest en werd gekapt door een jonge, van oorsprong Noorse vrouw, die jaren op passagiersschepen kapster was geweest en heel de wereld was overgevaren en N.Z. uiteindelijk had uitgekozen om te settelen.
Na de lunch reden we richting Cromwell, dat is langs de Kawarau River. Op het punt waar de rivier een gorge vormt kan vanaf de oude brug worden gebungee-jumped. Alleen al het kijken ernaar was spannend, doen is voor ons never, nooit , niet een optie geweest!!
We hebben zowaar weer kunnen lunchen op een winery, wel lekker warm binnen! Dat is toch wel een ontdekking geweest in deze vakantie, lunchen op een winery!
We reden via Arrowtown terug naar Queenstown. Het centrum van Arrowtown, één straat, is een soort openluchtmuseum, maar dan wel volledig in gebruik met winkels, restaurants en woonhuizen. Het was ooit een goudmijn-stadje, waar vooral Chinese mijnwerkers werkten. Deze mensen leefden in een soort plaggenhutje, waarmee vergeleken de hutten in het Veenmuseum riant.