Dunedin, 28 en 29 september.

 

We reden van Christchurch naar Dunedin. Het was een regendag die we daarom maar gebruikten om de grote afstand af te leggen. Onderweg deden we een poging om pinguïns te zien, maar dé tijd om die beestjes te bekijken is tijdens the dusk, schemering, omdat ze dan terugkeren uit de zee. We waren er dus te vroeg. Daarna de Moeraki Boulders gezien, bijzonder hoor, die perfect ronde grote rotsen die daar op het strand liggen.

In Dunedin vonden we onderdak in weer een Chanchellor Hotel, oud, scheef, maar een king bed en lekker warm. We aten in "Reefs", een visrestaurant, dit viel niet mee. Jans darmen waren dan ook even van slag.

De volgende ochtend, 29 september, hebben we bij het kantoor van Air N.Z. de ticket van een week later naar Auckland om kunnen zetten in een ticket vroeger op de dag, zodat er meer tijd is voor de overstap op het vliegtuig dat ons naar de Fiji Islands zal brengen.
We vinden het absoluut fantastisch om samen in dit prachtige land rond te reizen. Geweldig dat we dit kunnen doen. Goed om alle tijd te hebben om te denken aan Pa en Ma, die nog maar 3 maanden geleden overleden. Wat missen we hen, wat zouden ze het prachtig vinden om deze reis op afstand met ons mee te beleven. We bekeken de kathedraal, de enige in N.Z. met een stenen plafond. We spraken even met mensen uit Canada die oorspronkelijk uit Nederland kwamen. En intussen regende het nog steeds! Dit was een goed moment om eens wat orde in onze foto's te scheppen. Nog onervaren met deze digitale camera, bleek dat we geen ruimte meer hadden op onze flashcards. In een internetcafé hielp men ons even met het zetten van de foto's op een CD-rom, zodat we weer verder konden fotograferen.

Na de lunch vertrokken we voor het verkennen van het Otago Peninsula.
Ondanks de regen een mooie tocht langs de baai, de Otaga Harbour, om uiteindelijk uit te komen op de plek waar de albatrossen te zien zouden zijn. We hadden pech omdat er weinig wind was. De aalscholvers hebben wind nodig om van vlak boven het water omhoog te kunnen komen op de rotsen. Jan zag er uiteindelijk toch nog één. Toch was het zeer de moeite waard. Alleen al zoals de hoge golven op de rotsen sloegen, je kon er naar blijven kijken. Allerlei andere vogels hadden nesten in de rotswanden, o.a. de spotted shag  Kijkend naar de albatrossen spraken we met een Nederlands stel. Zij kwamen van de westkust, hadden nog nooit een vakantie met zoveel regen gehad! Dit deed ons wel weer beseffen dat we een goede keuze hebben gemaakt door langs de oostkust maar het zuiden te gaan. We hebben trouwens erg weinig Nederlanders ontmoet onderweg.
Terug reden we over de Highcliffroad, soms zagen we de baai, dan weer de zee en op sommige punten zagen we beide tegelijkertijd. Terug in Dunedin hebben we rondgekeken op de campus van de universiteit, heel Engels, heel leuk.